Corona rekenwerk

De laatste weken volgen ogenschijnlijk tegensprekende gegevens met betrekking tot de coronabesmettingen elkaar op: de Britse variant van het coronavirus is aanzienlijk besmettelijker (30% – 50%) dan de klassieke variant en begin februari bestaat tweederde van het aantal besmettingen uit deze Britse variant. Tegelijkertijd daalt het aantal besmettingen voortdurend, de laatste week zelfs met 20%. Op basis van deze cijfers verlengt de Regering de lockdown tot 2 maart, met uitzondering van de basisscholen, die op 8 februari weer open gaan. Laten we zelf eens aan het rekenen slaan, met de RIVM-cijfers als startpunt. Rond 15 januari verstrekt het RIVM de volgende gegevens:

  • de R(eproductie)waarde is op dat moment 0,97, oftewel 1000 besmette personen besmetten op hun beurt 970 nieuwe personen.
  • de Britse variant is 30 tot 50% besmettelijker en heeft een R-waarde van 1,3, oftewel 1000 met de Britse variant besmette personen besmetten op hun beurt 1300 nieuwe personen.
  • De klassieke variant heeft een R-waarde van 0,89.
  • Het aandeel van de Britse variant in het totaal aantal besmettingen is 20%, dus van 1000 besmette personen hebben 200 de Britse variant en 800 de klassieke variant
  • De gevolgen van deze cijfers zijn pas na 8 tot 10 dagen zichtbaar in de besmettingen, dus rond 23 – 25 januari.

Op grond van deze gegevens zouden rond 25 januari per 1000 besmettingen 972 nieuwe personen besmet moeten zijn (200 x 1,3 + 800 x 0,89). Dat komt neer op een daling met 2,8%. In werkelijkheid is de daling op 25 januari 9%. Dus iets in de – deels op steekproeven, deels op aannames gebaseerde – cijfers van het RIVM klopt niet.
Maar laten we verder gaan met rekenen. Rond 25 januari verstrekt het RIVM de volgende wijzigingen in de gegevens:

  • Het aandeel van de Britse variant is gestegen naar 33%; van iedere 1000 besmette personen hebben 333 de Britse variant en 667 de klassieke variant.
  • De gevolgen van deze gewijzigde cijfers zijn zichtbaar in het aantal besmettingen van 3 februari.

De nieuwe R-waarde wordt pas medio februari bekendgemaakt, dus tot die tijd gelden in de berekeningen de waarden 1,3 voor de Britse variant en 0,89 voor de klassieke variant. Door het grotere aandeel van de besmettelijkere Britse variant stijgt het aantal besmettingen per 1000 op 3 februari modelmatig naar 1027 nieuwe besmettingen (333 x 1,3 + 667 x 0,89), hetgeen neerkomt op een toename met 2,7%. Dit wijkt aanzienlijk af van de feitelijke besmettingen rond 3 februari, die een afname vertonen van 20% op weekbasis.

Kortom, ofwel de door het RIVM verstrekte R-waarden kloppen niet/zijn achterhaald, ofwel het aandeel van de Britse variant in het geheel aan besmettingen is schromelijk overdreven (of mijn rekenwerk klopt niet, maar ik zou niet weten waar dat het geval is). Niet voor niets benadrukt RIVM-baas van Dissel, dat de berekeningen gebaseerd zijn op modellen, die een grote mate van onzekerheid in zich herbergen.

Frans Schütt

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Twitter-afbeelding

Je reageert onder je Twitter account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s